Op bezoek in Mont-Saint-Michel!
Vroeger heette de Mont-Saint-Michel de Mont Tombe (Grafheuvel).
In het begin van de 8e eeuw werd deze van het vasteland gescheiden door een springvloed.
Toen reeds dook de rots op in fantastische legendes en angstaanjagende mythes.
In 708 kreeg de heilige Aubert, bisschop van Avranches, een visitatie van de aartsengel Michaël, die hem beval er een heiligdom op te trekken.
Pas na verschillende oproepen schoot Aubert in actie: hij liet er aanvankelijk alleen een bidruimte bouwen.
Ondanks de moeilijke bereikbaarheid en de onheilspellende verhalen groeide de plek al snel uit tot een bedevaartsoord.
Nieuwe legendes ontstonden, deze keer over mirakels en mysteries die de heuvel een aura van heiligheid gaven.
Toen de Noormannen en andere bezetters de streek in de 9e en 10e eeuw onveilig maakten, vluchtte de bevolking van Avranches naar de heuvel
Zze stichtten er het dorpje dat je er vandaag nog altijd kan zien, achter de drievoudige ommuring en de ophaalbrug.
De kanunniken die, helemaal alleen op hun eiland, in bekoring waren gebracht door de wereldse verlokkingen, werden in 966 van de heuvel gejaagd en vervangen door benedictijnen. Die veranderden de bidruimte in een kapel en bouwden een eerste kerk op het hoogste punt van de heuvel.
In de volgende eeuwen vonden er nog een hele resem ambitieuze werken plaats, af en toe tenietgedaan door branden en andere verwoestingen, tot in de 18e eeuw de indrukwekkende abdij werd voltooid.
Het verklaart meteen de mix van stijlen en de gigantische omvang van het geheel.
Tijdens de Franse Revolutie deed het complex dienst als gevangenis, tot in 1863.
In 1874 werd de abdij toevertrouwd aan Monumentenzorg, geleidelijk gerestaureerd en opengesteld voor het publiek.
Kerk en klooster zijn nu een museum; het dorpje zelf wordt nog bewoond door een handvol mensen, vooral eigenaars van souvenirwinkeltjes, hotels en restaurants die langs de Grand-Rue liggen, de straat met trappen die naar de abdij leidt.
Blijkbaar is er niet veel veranderd sinds de middeleeuwen: toen trok de Mont zoveel bedevaarders aan dat er in hun kielzog ook een hele bende handelaars volgde…
Vroeger heette de Mont-Saint-Michel de Mont Tombe (Grafheuvel).
In het begin van de 8e eeuw werd deze van het vasteland gescheiden door een springvloed.
Toen reeds dook de rots op in fantastische legendes en angstaanjagende mythes.
In 708 kreeg de heilige Aubert, bisschop van Avranches, een visitatie van de aartsengel Michaël, die hem beval er een heiligdom op te trekken.
Pas na verschillende oproepen schoot Aubert in actie: hij liet er aanvankelijk alleen een bidruimte bouwen.
Ondanks de moeilijke bereikbaarheid en de onheilspellende verhalen groeide de plek al snel uit tot een bedevaartsoord.
Nieuwe legendes ontstonden, deze keer over mirakels en mysteries die de heuvel een aura van heiligheid gaven.
Toen de Noormannen en andere bezetters de streek in de 9e en 10e eeuw onveilig maakten, vluchtte de bevolking van Avranches naar de heuvel
Zze stichtten er het dorpje dat je er vandaag nog altijd kan zien, achter de drievoudige ommuring en de ophaalbrug.
De kanunniken die, helemaal alleen op hun eiland, in bekoring waren gebracht door de wereldse verlokkingen, werden in 966 van de heuvel gejaagd en vervangen door benedictijnen. Die veranderden de bidruimte in een kapel en bouwden een eerste kerk op het hoogste punt van de heuvel.
In de volgende eeuwen vonden er nog een hele resem ambitieuze werken plaats, af en toe tenietgedaan door branden en andere verwoestingen, tot in de 18e eeuw de indrukwekkende abdij werd voltooid.
Het verklaart meteen de mix van stijlen en de gigantische omvang van het geheel.
Tijdens de Franse Revolutie deed het complex dienst als gevangenis, tot in 1863.
In 1874 werd de abdij toevertrouwd aan Monumentenzorg, geleidelijk gerestaureerd en opengesteld voor het publiek.
Kerk en klooster zijn nu een museum; het dorpje zelf wordt nog bewoond door een handvol mensen, vooral eigenaars van souvenirwinkeltjes, hotels en restaurants die langs de Grand-Rue liggen, de straat met trappen die naar de abdij leidt.
Blijkbaar is er niet veel veranderd sinds de middeleeuwen: toen trok de Mont zoveel bedevaarders aan dat er in hun kielzog ook een hele bende handelaars volgde…
's Anderdaags gingen we naar ...