Kilimanjaro-dagboek
Geschreven door Koen Van der Borght
|
De grote dag! Eindelijk op weg...
FOTO's maandag 19 februari
7u ’s ochtends in Zaventem. Inchecken gaat vlekkeloos en na het pijnlijke afscheid zitten we met z’n vieren in een KLM-Fokker 50 op weg naar Schiphol. Na een klein uurtje landen we er en moeten ons reppen voor de transfer naar de Kilimanjaro-vlucht. Gelukkig hoeven we niet te wachten op bagage; daar wordt voor gezorgd. Rond half elf stijgt de MD-11 op voor een rechtstreekse vlucht naar Tanzanië – Kilimanjaro Airport. Goed voor 9u vliegen.
We landen er bij 30°C. Spijtig genoeg is het al donker en blijft de berg voorlopig nog verborgen. De behandeling van de passports en bagage gaat verbazingwekkend vlot en er staat ons iemand op te wachten om ons met de minibus naar Arashu te brengen, de 2e grootste stad van het land, op 70km van de berg. We slapen in hotel Jacaranda, onze voorlopig laatste nacht in een echt bed.
7u ’s ochtends in Zaventem. Inchecken gaat vlekkeloos en na het pijnlijke afscheid zitten we met z’n vieren in een KLM-Fokker 50 op weg naar Schiphol. Na een klein uurtje landen we er en moeten ons reppen voor de transfer naar de Kilimanjaro-vlucht. Gelukkig hoeven we niet te wachten op bagage; daar wordt voor gezorgd. Rond half elf stijgt de MD-11 op voor een rechtstreekse vlucht naar Tanzanië – Kilimanjaro Airport. Goed voor 9u vliegen.
We landen er bij 30°C. Spijtig genoeg is het al donker en blijft de berg voorlopig nog verborgen. De behandeling van de passports en bagage gaat verbazingwekkend vlot en er staat ons iemand op te wachten om ons met de minibus naar Arashu te brengen, de 2e grootste stad van het land, op 70km van de berg. We slapen in hotel Jacaranda, onze voorlopig laatste nacht in een echt bed.
Start van de beklimming. Klimmen tot Machame-camp.
FOTO's dinsdag 20 februari
D-Day! We staan op om 7u en kijken onze rugzakken nog een laatste keer na. We genieten van een rustig ontbijt. John, onze gids, pikt ons om 9u op met een Toyota 4x4 minibusje (90% van de wagens in Tanzanië is Toyata blijkt later). In een wisselkantoor wordt er gestopt om onze USD te wisselen in Tanzanian Shilling en we krijgen er een dik pak briefjes (€1 is ongeveer 1650 shilling waard). Op straat is het een drukte van jewelste, en Koen kan slechts met moeite de verkopers van alles-en-nog-wat afwimpelen. Na 20 minuten rijden we verder naar de supermarkt om wat proviand in te slaan. Daar worden alle rugzakken bovenop de minibus geladen en we pikken er ook al enkele dragers op. We vervolgen onze weg voor 60km naar Machame-gate, het vertrekpunt van onze tocht. Onderweg worden we getrakteerd op enkele prachtige uitzichten over Mount Meru en Kilimanjaro. Het laatste stukje weg is die naam eigenlijk niet meer waardig: stofwolken en putten doen ons hopen dat we er bijna zijn. Rond 11u zijn we dan eindelijk aan het vertrekpunt aan Machame-gate. We ontmoeten er de andere dragers en alles wordt in gereedheid gebracht. Er loopt hier een pak volk rond; we beseffen snel dat we niet de enigen zullen zijn. Terwijl wij als klimmers de registers ondertekenen worden de dragers één voor één gewogen. We kunnen echter pas om 13u vertrekken omdat één van hen zijn pasje vergeten was. Nestor begeleidt ons dus de eerste dag naar boven. De weg leidt ons slingerend en rustig stijgend door het regenwoud. Onderweg eten we een beetje van onze lunchbox. Gelukkig blijven we poederdroog. Voortdurend moeten we een stapje opzij zetten om plaats te maken voor de dragers, die als het ware de berg op joggen. Rond 18u komen we pas aan in Machame-camp op 3000m. Ook daar de registers tekenenthee en popcorn als 4-uurtje, direct gevolgd door ons avondeten (behalve voor de papa, die lag zonder avondeten doodziek in zijn bed). Om 21u liggen we dan met zijn allen in de slaapzak (ieder in de zijne weliswaar) voor de eerste nacht...
D-Day! We staan op om 7u en kijken onze rugzakken nog een laatste keer na. We genieten van een rustig ontbijt. John, onze gids, pikt ons om 9u op met een Toyota 4x4 minibusje (90% van de wagens in Tanzanië is Toyata blijkt later). In een wisselkantoor wordt er gestopt om onze USD te wisselen in Tanzanian Shilling en we krijgen er een dik pak briefjes (€1 is ongeveer 1650 shilling waard). Op straat is het een drukte van jewelste, en Koen kan slechts met moeite de verkopers van alles-en-nog-wat afwimpelen. Na 20 minuten rijden we verder naar de supermarkt om wat proviand in te slaan. Daar worden alle rugzakken bovenop de minibus geladen en we pikken er ook al enkele dragers op. We vervolgen onze weg voor 60km naar Machame-gate, het vertrekpunt van onze tocht. Onderweg worden we getrakteerd op enkele prachtige uitzichten over Mount Meru en Kilimanjaro. Het laatste stukje weg is die naam eigenlijk niet meer waardig: stofwolken en putten doen ons hopen dat we er bijna zijn. Rond 11u zijn we dan eindelijk aan het vertrekpunt aan Machame-gate. We ontmoeten er de andere dragers en alles wordt in gereedheid gebracht. Er loopt hier een pak volk rond; we beseffen snel dat we niet de enigen zullen zijn. Terwijl wij als klimmers de registers ondertekenen worden de dragers één voor één gewogen. We kunnen echter pas om 13u vertrekken omdat één van hen zijn pasje vergeten was. Nestor begeleidt ons dus de eerste dag naar boven. De weg leidt ons slingerend en rustig stijgend door het regenwoud. Onderweg eten we een beetje van onze lunchbox. Gelukkig blijven we poederdroog. Voortdurend moeten we een stapje opzij zetten om plaats te maken voor de dragers, die als het ware de berg op joggen. Rond 18u komen we pas aan in Machame-camp op 3000m. Ook daar de registers tekenenthee en popcorn als 4-uurtje, direct gevolgd door ons avondeten (behalve voor de papa, die lag zonder avondeten doodziek in zijn bed). Om 21u liggen we dan met zijn allen in de slaapzak (ieder in de zijne weliswaar) voor de eerste nacht...
Dag 2 van de beklimming. Klimmen tot Shira-camp.
FOTO's woensdag 21 februari
De wekker staat om 7u. Na een uitgebreide (lees:) en vertrekken we met John richting kamp 2, genaamd Shira. Het is een korte maar toch steile tocht door een woud van lage bomen. We klimmen immers uit het regenwoud. In het jaar 2000 was er hier een serieuse bosbrand, waardoor alles aan het vernieuwen is. De vele wolken onderweg beletten ons niet om af en toe te kunnen genieten van een blik op Mount Meru (4566m). De tocht brengt ons tot 4200m maar we dalen af tot Shira 1 op 3800m. We zijn er al rond kwart na twee en genieten van een kopje thee met lekkere popcorn. Hans en Koen kunnen er geen genoeg van krijgen en maken nog een korte wandeling in de buurt van het kamp. Hans klimt tot op een kammetje en heeft er een mooi zicht op de Shira-vallei en het kamp waar we gestationeerd zijn.
Na het avondeten, met liefde bereid door onze kok Temba, geniet iedereen van een prachtige zonsondergang met zowel Mount Meru als de Uhuru-top in het zonlicht. Het spektakel duurt echter niet lang (de zonsopgang en –ondergang gaan hier merkelijk sneller dan in België), en rond 20u liggen we al in ons tentje.
De wekker staat om 7u. Na een uitgebreide (lees:) en vertrekken we met John richting kamp 2, genaamd Shira. Het is een korte maar toch steile tocht door een woud van lage bomen. We klimmen immers uit het regenwoud. In het jaar 2000 was er hier een serieuse bosbrand, waardoor alles aan het vernieuwen is. De vele wolken onderweg beletten ons niet om af en toe te kunnen genieten van een blik op Mount Meru (4566m). De tocht brengt ons tot 4200m maar we dalen af tot Shira 1 op 3800m. We zijn er al rond kwart na twee en genieten van een kopje thee met lekkere popcorn. Hans en Koen kunnen er geen genoeg van krijgen en maken nog een korte wandeling in de buurt van het kamp. Hans klimt tot op een kammetje en heeft er een mooi zicht op de Shira-vallei en het kamp waar we gestationeerd zijn.
Na het avondeten, met liefde bereid door onze kok Temba, geniet iedereen van een prachtige zonsondergang met zowel Mount Meru als de Uhuru-top in het zonlicht. Het spektakel duurt echter niet lang (de zonsopgang en –ondergang gaan hier merkelijk sneller dan in België), en rond 20u liggen we al in ons tentje.
Dag 3 van de beklimming. Klimmen tot Barranco-camp.
FOTO's donderdag 22 februari
Vandaag loopt de wekker al af om 6u45. We worden wakker in een wit rijmtapijt en het is behoorlijk koud. Onze tenten staan op het oosten gericht, dus we worden wederom wakker met de Afrikaanse zon op de achtergrond. Daardoor warmt het snel op. Gelukkig, want niemand van ons heeft echt goed geslapen. Op ons programma stond voor vandaag een rust- en acclimatisatie-dag gepland, maar op aanraden van onze gids doen we een kleine aanpassing: we gaan vandaag tot Barranco-kamp en voegen er een extra kamp bij: Karanga.
Om 8u30 vertrekken we dus vol goede moed richting Barranco, goed voor 8u stappen. Het eerste stukje brengt ons uit de Shira-vallei. We volgen hierbij het bewezen “climb higher – sleep lower”-principe en klimmen tot 4400m. In ieder reisverslag kan je lezen dat de eerste verschijnselen van hoogteziekte zich dan vertonen en de bevestiging daarvan laat niet lang op zich wachten… Hans krijgt af te rekenen met zware hoofdpijn. We lunchen op het hoogste punt van de dag en hij krijgt daardoor de kans om wat te herstellen. Er volgt nog een redelijk slipperige afdaling en rond 16u komen we aan in Barranco (3900m). Op onze linkerzijde zien we al wat er morgenvroeg op het programma staat: de beruchte Barranco-wall. Maar dat zijn zorgen voor morgen: eerst genieten van de thee-met-popcorn, die we vandaag toch echt wel verdiend hebben…
Vandaag loopt de wekker al af om 6u45. We worden wakker in een wit rijmtapijt en het is behoorlijk koud. Onze tenten staan op het oosten gericht, dus we worden wederom wakker met de Afrikaanse zon op de achtergrond. Daardoor warmt het snel op. Gelukkig, want niemand van ons heeft echt goed geslapen. Op ons programma stond voor vandaag een rust- en acclimatisatie-dag gepland, maar op aanraden van onze gids doen we een kleine aanpassing: we gaan vandaag tot Barranco-kamp en voegen er een extra kamp bij: Karanga.
Om 8u30 vertrekken we dus vol goede moed richting Barranco, goed voor 8u stappen. Het eerste stukje brengt ons uit de Shira-vallei. We volgen hierbij het bewezen “climb higher – sleep lower”-principe en klimmen tot 4400m. In ieder reisverslag kan je lezen dat de eerste verschijnselen van hoogteziekte zich dan vertonen en de bevestiging daarvan laat niet lang op zich wachten… Hans krijgt af te rekenen met zware hoofdpijn. We lunchen op het hoogste punt van de dag en hij krijgt daardoor de kans om wat te herstellen. Er volgt nog een redelijk slipperige afdaling en rond 16u komen we aan in Barranco (3900m). Op onze linkerzijde zien we al wat er morgenvroeg op het programma staat: de beruchte Barranco-wall. Maar dat zijn zorgen voor morgen: eerst genieten van de thee-met-popcorn, die we vandaag toch echt wel verdiend hebben…
Vrijdag 23 februari: Dag 4 van de beklimming. Klimmen tot Karanga-camp.
FOTO's vrijdag 23 februari
We staan op bij temperaturen van rond het vriespunt. Voor onze ogen duikt de Barranco-wall, ook wel “Breakfast-wall” genoemd. Een stevig ontbijt zal dus nodig zijn! Snel alles inpakken in de dagrugzak en wegwezen. We steken enkele riviertjes over en na 10 minuten beginnen we er aan: 200m bijna verticaal omhoog, met handen en voeten naar boven klefferen. Ook de dragers volgen tot onze verbazing deze weg. Ongelooflijk met wat voor een gemak zij naar boven gaan: vol vertrouwen en met een schat aan evenwichtsgevoel, en dat met een pak van 30kg op hun hoofd of hals.
Na een dikke 2u staan we boven; al bij al viel het zéér goed mee en we zijn er zonder kleerscheuren van af gekomen. Eventjes uitpuffen en wat genieten van het uitzicht en we zetten onze tocht verder. Ondertussen is het beginnen regenen, gelukkig nu pas! We dalen een stukje af, stijgen terug een stukje, dalen nog eens af en dan nog een laatste keer naar boven tot het Karanga-kamp op 3900m (Karanga betekent ‘pindanoot’ in het Swahili). De regen (soms zelfs hagel) maakt ons niet vrolijker maar we hebben geen noemenswaardige problemen.
We worden er verwelkomd door een groepje dragers met een typisch Afrikaanse dans!
We staan op bij temperaturen van rond het vriespunt. Voor onze ogen duikt de Barranco-wall, ook wel “Breakfast-wall” genoemd. Een stevig ontbijt zal dus nodig zijn! Snel alles inpakken in de dagrugzak en wegwezen. We steken enkele riviertjes over en na 10 minuten beginnen we er aan: 200m bijna verticaal omhoog, met handen en voeten naar boven klefferen. Ook de dragers volgen tot onze verbazing deze weg. Ongelooflijk met wat voor een gemak zij naar boven gaan: vol vertrouwen en met een schat aan evenwichtsgevoel, en dat met een pak van 30kg op hun hoofd of hals.
Na een dikke 2u staan we boven; al bij al viel het zéér goed mee en we zijn er zonder kleerscheuren van af gekomen. Eventjes uitpuffen en wat genieten van het uitzicht en we zetten onze tocht verder. Ondertussen is het beginnen regenen, gelukkig nu pas! We dalen een stukje af, stijgen terug een stukje, dalen nog eens af en dan nog een laatste keer naar boven tot het Karanga-kamp op 3900m (Karanga betekent ‘pindanoot’ in het Swahili). De regen (soms zelfs hagel) maakt ons niet vrolijker maar we hebben geen noemenswaardige problemen.
We worden er verwelkomd door een groepje dragers met een typisch Afrikaanse dans!
Dag 5 van de beklimming. Klimmen tot Barafu-camp.
FOTO's zaterdag 24 februari
Vandaag profiteren we een vrij kort programma want het is eigenlijk ook al een beetje D-day; binnen minder dan 24u zijn we immers boven (hopelijk).
We vertrekken rond 9u naar het beruchte Barafu-kamp. Dat betekent een dikke 3u stijgen tot ongeveer 4600m. Het is een nogal saaie tocht over een rotsig landschap. Barafu staat voor “sneeuw” of “ijs” maar naar onze mening had men beter gekozen voor “wind” of nog beter “weerzinwekkend”. We krijgen onze lunch ter plaatse en kruipen in onze tent, op de vlucht voor de barre weersomstandigheden. Om 17u wordt het avondeten al geserveerd; nadien kruipen we direct terug onder de wol (dons).
Even later begint het te stormen met sneeuw- en hagelbuien. De tentjes dansen op en neer in de wind; niemand van ons kan echt slapen. Om 23u worden we gewekt…
Vandaag profiteren we een vrij kort programma want het is eigenlijk ook al een beetje D-day; binnen minder dan 24u zijn we immers boven (hopelijk).
We vertrekken rond 9u naar het beruchte Barafu-kamp. Dat betekent een dikke 3u stijgen tot ongeveer 4600m. Het is een nogal saaie tocht over een rotsig landschap. Barafu staat voor “sneeuw” of “ijs” maar naar onze mening had men beter gekozen voor “wind” of nog beter “weerzinwekkend”. We krijgen onze lunch ter plaatse en kruipen in onze tent, op de vlucht voor de barre weersomstandigheden. Om 17u wordt het avondeten al geserveerd; nadien kruipen we direct terug onder de wol (dons).
Even later begint het te stormen met sneeuw- en hagelbuien. De tentjes dansen op en neer in de wind; niemand van ons kan echt slapen. Om 23u worden we gewekt…
Dag 6 van de beklimming. Kilimanjaro! Klimmen naar de top?
FOTO's zondag 25 februari
Thermisch ondergoed, 3 broeken, 3 lagen bovenkledij, 2 paar kousen, zoolverwarmers, 2 mutsen, een hoofdlamp, wandelstokken en een goede jas: dat is wat we nodig hebben om aan te trekken. De storm is gelukkig wat gaan liggen. We krijgen nog een tasje thee en wat koekjes maar door de stress gaat dat maar moeizaam binnen. Iets voor middernacht beginnen we aan wat later de zwaarste tocht uit ons leven tot hier toe zal blijken.
Op het pad voor ons zien we een strook van verschillende lichtjes die op en neer dansen. “Pole pole” gaat het naar boven (aan dalen moeten we voorlopig niet denken) en tot hier toe valt alles best mee; we hebben geen kou en de duisternis speelt ons weining parten. Na het half uurtje begint de miserie opnieuw: windstoten die als het ware recht door ons lichaam blazen, hagel die in het gezicht slaat en de moed begint wat te zakken. We worden snel verplicht onze extra laag kledij aan te trekken. Ondertussen vallen in de de andere groepen de eerste slachtoffers (figuurlijk dan, hoewel er af en toe brancards klaarstaan). Trager dan gehoopt kruipen we verder richting Kibu. Regelmatig moeten we stoppen. De waterzakken helpen ons al niet meer verder: het slangetje (en de zak zelf) zijn immers al beenhard bevroren. Ondertussen hebben Hans en Koen hun wandelstokken al doorgegeven aan de 3 gidsen die ons vergezellen (John, Nestor en Eresto), zodat ze hun handen kunnen warmen (?) onder hun oksels. Rond 6u – de zon begint stilaan op te komen – doen de wind en lichamelijke ongemakken mama het besluit nemen om terug te keren. Ze heeft ongeveer 5400m bereikt, wat een kanjer van een prestatie is. Eresto keert met haar terug naar Barafu, waar ze uitgeput de rest van het gezin opwacht.
Met zijn vijven gaan die verder. De wind houdt niet op met gieren en vele mensen uit andere groepen keren terug. Rond 8u komen we dan toch aan bij Stella-point, waar de prachtig onderbesneeuwde krater is, op ongeveer 5700m. Vol goede moed kruipen we zonder dralen verder richting top: Koen en Hans tesamen, en John met Nestor en papa. De laatste 200m zijn een ware hel: we zakken diep in de sneeuw en door wind wordt die dan ook nog eens in ons gezicht geblazen. We wandelen ook over smalle stroken met de krater rechts van ons. Achter iedere heuveltop duikt er een andere top weer op. Maar Uhuru (“vrede”) wordt uiteindelijk rond 9u door de 3 mannelijke leden van de kilivdb-clan bereikt. 5895m, de hoogste top van Afrika. Van hier kan je prachtige foto’s nemen en er is uitstekend GSM-bereik.
Het eerste laten we met plezier over aan John en Nestor; zij hebben wel het karakter om de handschoenen uit te doen. Snel met de bedrijfslogo’s op de foto! GSM laten we maar voor wat het is… Na 3-4 minuten beslissen we om al terug te keren. De terugtocht blijkt lastiger dan verhoopt. Koen begint er iets vroeger aan maar kiest voor de verkeerde route. Nestor wil hem inhalen en schuift daarbij uit. Hij schuift tientallen meters verder op de intussen tot ijspiste gereduceerde bergflank. Hij heeft zich flink bezeerd aan het been, ook al beweert hij zelf van niet. Papa is volledig ‘leeg’ en wordt ondersteund door John. We nemen dus een andere weg dan tijdens de klim: een soort skipiste van losse lava. Rond de middag komen we toch terug aan in Barafu: leeg maar zo fier als een gieter. We krijgen een ananas-sapje en kruipen in de tent om even wat te bekomen. Om half twee eten we en direct nadien vertrekken we terug, want we moeten nog 1500m dalen tot het Mweka-kamp. Ondanks de lichte regen lukt dit vlotjes. Onderweg passeren we het Milennium-kamp waar we zowaar Kilimanjaro-bier en cola kunnen drinken. Het bier is best wel lekker! Na een half uurtje afweren van opdringerige T-shirt-verkopers dalen we nog 600m verder langs een pad tussen de steeds dichter begroeide struiken en bomen. Rond 18u komen we aan in Mweka op 3100m, het laatste kamp van de tocht…
Thermisch ondergoed, 3 broeken, 3 lagen bovenkledij, 2 paar kousen, zoolverwarmers, 2 mutsen, een hoofdlamp, wandelstokken en een goede jas: dat is wat we nodig hebben om aan te trekken. De storm is gelukkig wat gaan liggen. We krijgen nog een tasje thee en wat koekjes maar door de stress gaat dat maar moeizaam binnen. Iets voor middernacht beginnen we aan wat later de zwaarste tocht uit ons leven tot hier toe zal blijken.
Op het pad voor ons zien we een strook van verschillende lichtjes die op en neer dansen. “Pole pole” gaat het naar boven (aan dalen moeten we voorlopig niet denken) en tot hier toe valt alles best mee; we hebben geen kou en de duisternis speelt ons weining parten. Na het half uurtje begint de miserie opnieuw: windstoten die als het ware recht door ons lichaam blazen, hagel die in het gezicht slaat en de moed begint wat te zakken. We worden snel verplicht onze extra laag kledij aan te trekken. Ondertussen vallen in de de andere groepen de eerste slachtoffers (figuurlijk dan, hoewel er af en toe brancards klaarstaan). Trager dan gehoopt kruipen we verder richting Kibu. Regelmatig moeten we stoppen. De waterzakken helpen ons al niet meer verder: het slangetje (en de zak zelf) zijn immers al beenhard bevroren. Ondertussen hebben Hans en Koen hun wandelstokken al doorgegeven aan de 3 gidsen die ons vergezellen (John, Nestor en Eresto), zodat ze hun handen kunnen warmen (?) onder hun oksels. Rond 6u – de zon begint stilaan op te komen – doen de wind en lichamelijke ongemakken mama het besluit nemen om terug te keren. Ze heeft ongeveer 5400m bereikt, wat een kanjer van een prestatie is. Eresto keert met haar terug naar Barafu, waar ze uitgeput de rest van het gezin opwacht.
Met zijn vijven gaan die verder. De wind houdt niet op met gieren en vele mensen uit andere groepen keren terug. Rond 8u komen we dan toch aan bij Stella-point, waar de prachtig onderbesneeuwde krater is, op ongeveer 5700m. Vol goede moed kruipen we zonder dralen verder richting top: Koen en Hans tesamen, en John met Nestor en papa. De laatste 200m zijn een ware hel: we zakken diep in de sneeuw en door wind wordt die dan ook nog eens in ons gezicht geblazen. We wandelen ook over smalle stroken met de krater rechts van ons. Achter iedere heuveltop duikt er een andere top weer op. Maar Uhuru (“vrede”) wordt uiteindelijk rond 9u door de 3 mannelijke leden van de kilivdb-clan bereikt. 5895m, de hoogste top van Afrika. Van hier kan je prachtige foto’s nemen en er is uitstekend GSM-bereik.
Het eerste laten we met plezier over aan John en Nestor; zij hebben wel het karakter om de handschoenen uit te doen. Snel met de bedrijfslogo’s op de foto! GSM laten we maar voor wat het is… Na 3-4 minuten beslissen we om al terug te keren. De terugtocht blijkt lastiger dan verhoopt. Koen begint er iets vroeger aan maar kiest voor de verkeerde route. Nestor wil hem inhalen en schuift daarbij uit. Hij schuift tientallen meters verder op de intussen tot ijspiste gereduceerde bergflank. Hij heeft zich flink bezeerd aan het been, ook al beweert hij zelf van niet. Papa is volledig ‘leeg’ en wordt ondersteund door John. We nemen dus een andere weg dan tijdens de klim: een soort skipiste van losse lava. Rond de middag komen we toch terug aan in Barafu: leeg maar zo fier als een gieter. We krijgen een ananas-sapje en kruipen in de tent om even wat te bekomen. Om half twee eten we en direct nadien vertrekken we terug, want we moeten nog 1500m dalen tot het Mweka-kamp. Ondanks de lichte regen lukt dit vlotjes. Onderweg passeren we het Milennium-kamp waar we zowaar Kilimanjaro-bier en cola kunnen drinken. Het bier is best wel lekker! Na een half uurtje afweren van opdringerige T-shirt-verkopers dalen we nog 600m verder langs een pad tussen de steeds dichter begroeide struiken en bomen. Rond 18u komen we aan in Mweka op 3100m, het laatste kamp van de tocht…
Dag 7 van de beklimming. Afdalen naar Moshi-gate.
FOTO's maandag 26 februari
We staan om 7u op en alles voelt klam aan. De porters bekijken ons zenuwachtig aan. Na het ontbijt komen ze allemaal bij ons staan, tijd voor de fooien! Eén voor één worden ze betaald door papa, ook de gidsen krijgen hun deel.
We geven hen ook aardig wat materiaal mee: twee hoofdlampen, twee ski-brillen, een slaapzakhoes, sportdrank, chemische verwarming, loopschoenen, t-shirts, matjes, tonijn, getten, een horloge met hartslagmeter, een handdoek, twee poncho’s en een gloeistick. Daarmee zijn ze nog het meest tevreden…
Als dank worden we getrakteerd op een enthousiaste versie van het Kilimanjaro-lied, een traditie voor de klimmers. Mama danst goed mee met het ritmische gezang. Snel nog een paar groepsfoto’s nemen en we vertrekken de laatste keer. Gedurende meer dan drie uur slingeren we door het regenwoud. We hebben het geluk enkele Colobus-aapjes bezig te zien, schattige diertjes!
Helemaal op het einde van de tocht begeven Hans zijn schoenen het: beide zolen komen volledig los. Wat later kan hij ze ruilen voor een paar prachtige teenslippers. We komen aan in Moshi-gate, waar Georges “le chauffeur” ons opwacht. De onfortuinlijke Nestor was onderweg nog eens gevallen en mankt nu nog meer, hij zal later op doktersvisite gaan…
Aan het bureel nemen we onze echte gouden certificaten in ontvangst en met een volgesjouwen Toyota 4x4 rijden we naar Moshi. We eten daar een heerlijke cheeseburger-met-frieten en worden afgeleverd in Moivaro-lodge, met èchte bedden en een ècht bad. We hebben nog een volledige namiddag om ons terug toonbaar te maken en duiken één voor één in bad. Scheermesje en bad zien er dan ook na 6 dagen kamperen uit alsof er een oorlog mee gevochten is. Nadien genieten we van een aperitiefje en een heerlijk avondmaal – dat voor Hans iets te rap opgediend werd. Na afloop lopen we nog verloren op weg naar onze bungalow…
We staan om 7u op en alles voelt klam aan. De porters bekijken ons zenuwachtig aan. Na het ontbijt komen ze allemaal bij ons staan, tijd voor de fooien! Eén voor één worden ze betaald door papa, ook de gidsen krijgen hun deel.
We geven hen ook aardig wat materiaal mee: twee hoofdlampen, twee ski-brillen, een slaapzakhoes, sportdrank, chemische verwarming, loopschoenen, t-shirts, matjes, tonijn, getten, een horloge met hartslagmeter, een handdoek, twee poncho’s en een gloeistick. Daarmee zijn ze nog het meest tevreden…
Als dank worden we getrakteerd op een enthousiaste versie van het Kilimanjaro-lied, een traditie voor de klimmers. Mama danst goed mee met het ritmische gezang. Snel nog een paar groepsfoto’s nemen en we vertrekken de laatste keer. Gedurende meer dan drie uur slingeren we door het regenwoud. We hebben het geluk enkele Colobus-aapjes bezig te zien, schattige diertjes!
Helemaal op het einde van de tocht begeven Hans zijn schoenen het: beide zolen komen volledig los. Wat later kan hij ze ruilen voor een paar prachtige teenslippers. We komen aan in Moshi-gate, waar Georges “le chauffeur” ons opwacht. De onfortuinlijke Nestor was onderweg nog eens gevallen en mankt nu nog meer, hij zal later op doktersvisite gaan…
Aan het bureel nemen we onze echte gouden certificaten in ontvangst en met een volgesjouwen Toyota 4x4 rijden we naar Moshi. We eten daar een heerlijke cheeseburger-met-frieten en worden afgeleverd in Moivaro-lodge, met èchte bedden en een ècht bad. We hebben nog een volledige namiddag om ons terug toonbaar te maken en duiken één voor één in bad. Scheermesje en bad zien er dan ook na 6 dagen kamperen uit alsof er een oorlog mee gevochten is. Nadien genieten we van een aperitiefje en een heerlijk avondmaal – dat voor Hans iets te rap opgediend werd. Na afloop lopen we nog verloren op weg naar onze bungalow…
Dag 8. Genoeg geklommen, vandaag safari in het Arusha National Park.
FOTO's dinsdag 27 februari
Iedereen heeft zalig geslapen, ook al moeten we vrij vroeg uit ons bedje. We worden immers om 8u al opgepikt voor een safari in het ‘Arusha National Park’. Eerst nog een uitgebreid ontbijt in de lodge. Wat een contrast met het ontbijt op de berg! Toch smaken ze ons even goed…
Om 8u staat Bill ons inderdaad op te wachten. Alle bagage moet in de jeep; we slapen vanavond immers in een andere lodge. Even later vetrekken we terug in de richting van Kilimanjaro.
Het Arusha National Park is met zijn +/- 140 km² één van de kleinste van Tanzanië. Toch is het een prachtige locatie, vlakbij Mount Méru. We zullen het park volledig met de jeep bezoeken.
Bill zorgt voor de administratie bij de ingang en direct bij het binnenrijden zien we al giraffen. Er is nog even twijfel: zijn het wel echte? Ze staan roerloos een groepje studenten in de gaten te houden maar uiteindelijk is er toch beweging. Het doet een mens wat om zo’n dieren in hun natuurlijke habitat te kunnen volgen. We rijden rustig rond en zien onderweg nog meer giraffes, buffels, knobbelzwijnen en waterbokken. Ook de colobus-aapjes zijn weer van de partij, evenals verschillende bavianen. De dieren leven hier in alle rust en kalmte, want er zijn hier geen roofdieren zoals leeuwen. Olifanten zijn er wel, maar die verstoppen zich in de bossen…
’s Middags stoppen we op een prachtige locatie, bovenop een heuvel, met uitzicht over het volledige park. Daar genieten we echt van onze meegekregen lunch.
We verlaten in de namiddag het park en Bill dropt ons even later in Kia-lodge, een hotel op enkele kilometers van de luchthaven.
Hier zullen we nog een meer dan een dag moeten doorbrengen...
Iedereen heeft zalig geslapen, ook al moeten we vrij vroeg uit ons bedje. We worden immers om 8u al opgepikt voor een safari in het ‘Arusha National Park’. Eerst nog een uitgebreid ontbijt in de lodge. Wat een contrast met het ontbijt op de berg! Toch smaken ze ons even goed…
Om 8u staat Bill ons inderdaad op te wachten. Alle bagage moet in de jeep; we slapen vanavond immers in een andere lodge. Even later vetrekken we terug in de richting van Kilimanjaro.
Het Arusha National Park is met zijn +/- 140 km² één van de kleinste van Tanzanië. Toch is het een prachtige locatie, vlakbij Mount Méru. We zullen het park volledig met de jeep bezoeken.
Bill zorgt voor de administratie bij de ingang en direct bij het binnenrijden zien we al giraffen. Er is nog even twijfel: zijn het wel echte? Ze staan roerloos een groepje studenten in de gaten te houden maar uiteindelijk is er toch beweging. Het doet een mens wat om zo’n dieren in hun natuurlijke habitat te kunnen volgen. We rijden rustig rond en zien onderweg nog meer giraffes, buffels, knobbelzwijnen en waterbokken. Ook de colobus-aapjes zijn weer van de partij, evenals verschillende bavianen. De dieren leven hier in alle rust en kalmte, want er zijn hier geen roofdieren zoals leeuwen. Olifanten zijn er wel, maar die verstoppen zich in de bossen…
’s Middags stoppen we op een prachtige locatie, bovenop een heuvel, met uitzicht over het volledige park. Daar genieten we echt van onze meegekregen lunch.
We verlaten in de namiddag het park en Bill dropt ons even later in Kia-lodge, een hotel op enkele kilometers van de luchthaven.
Hier zullen we nog een meer dan een dag moeten doorbrengen...
Luierdag in de Kia-lodge nabij de luchthaven van Kilimanjaro...
FOTO's woensdag 28 februari
De laatste dag… We maken er een lui-lekker-dag van, want veel valt er niet te beleven in het hotel. Er is ook bijna niemand aanwezig, dus we zijn quasi alleen bij het ontbijt.
De rest van de dag brengen we door aan het zwembad, in het restaurant en in de souvenir-winkel. Dat was vooral voor Hans een belevenis, want die kreeg daar zowaar een huwelijksaanzoek (dat hij weigerde)! De potentiële bruid werd wel nog gelukkig gemaakt met een armbandje van de Gordel editie 2006 dat Hans nog om z'n pols had.
We kopen ons een T-shirt van de Kili met de route die we gevolgd hebben, een kleedje voor mama en veel Arabica-koffie van de plantage in en rond Moivaro-lodge. Om 19u pikt de shuttle ons op voor het transport naar de iets verder gelegen luchthaven. Inchecken verloopt vlot (naar Afrikaanse normen) : slechts twee maal valt de electriciteit volledig uit in de ganse luchthaven. Maar de vlucht vertrekt toch, met slechts een kleine vertraging. We vliegen eerst naar Dar-El-Salam, waar we nog wat passagiers, bemanning en bagage oppikken. Op de nachtvlucht wordt er weinig geslapen (maar veel gehoest)…
De laatste dag… We maken er een lui-lekker-dag van, want veel valt er niet te beleven in het hotel. Er is ook bijna niemand aanwezig, dus we zijn quasi alleen bij het ontbijt.
De rest van de dag brengen we door aan het zwembad, in het restaurant en in de souvenir-winkel. Dat was vooral voor Hans een belevenis, want die kreeg daar zowaar een huwelijksaanzoek (dat hij weigerde)! De potentiële bruid werd wel nog gelukkig gemaakt met een armbandje van de Gordel editie 2006 dat Hans nog om z'n pols had.
We kopen ons een T-shirt van de Kili met de route die we gevolgd hebben, een kleedje voor mama en veel Arabica-koffie van de plantage in en rond Moivaro-lodge. Om 19u pikt de shuttle ons op voor het transport naar de iets verder gelegen luchthaven. Inchecken verloopt vlot (naar Afrikaanse normen) : slechts twee maal valt de electriciteit volledig uit in de ganse luchthaven. Maar de vlucht vertrekt toch, met slechts een kleine vertraging. We vliegen eerst naar Dar-El-Salam, waar we nog wat passagiers, bemanning en bagage oppikken. Op de nachtvlucht wordt er weinig geslapen (maar veel gehoest)…
Donderdag 1 maart: Verrassing bij onze thuiskomst in de luchthaven van Zaventem (Brussel).
We landen vroeg in de morgen op Schiphol en hebben gelukkig wat tijd om de overstap te maken naar de gate voor de vlucht naar Zaventem. Terwijl we genieten van een kopje koffie vindt Koen een -intussen gesmolten- energiereep in zijn vest…
De security in Amsterdam is streng en we doen dan ook lang over de transfer maar we checken toch zonder problemen in voor de kortste vlucht in onze geschiedenis. De Aziatische buurvrouw van Hans is blijkbaar niet gewonnen om van de grond te gaan en is al snel luchtziek. Het kotszakje voorzien van inhoud, wordt terug tussen de zetelzak voor haar gepropt!
Iets voor tien landen we in Zaventem, waar we opgewacht worden door Nana (zuster van mama) met een mooie ruiker bloemen, Elke die haar ventje opwacht en … een camera-ploeg van VijfTV! Die maken een reportage over vertrek en aankomst in Zaventem, dus wie weet komen we nog op televisie.
Einde van niet alleen een prachtige reis, maar ook een leerrijke ervaring…
Hier gaan we nog lang van nagenieten!
De security in Amsterdam is streng en we doen dan ook lang over de transfer maar we checken toch zonder problemen in voor de kortste vlucht in onze geschiedenis. De Aziatische buurvrouw van Hans is blijkbaar niet gewonnen om van de grond te gaan en is al snel luchtziek. Het kotszakje voorzien van inhoud, wordt terug tussen de zetelzak voor haar gepropt!
Iets voor tien landen we in Zaventem, waar we opgewacht worden door Nana (zuster van mama) met een mooie ruiker bloemen, Elke die haar ventje opwacht en … een camera-ploeg van VijfTV! Die maken een reportage over vertrek en aankomst in Zaventem, dus wie weet komen we nog op televisie.
Einde van niet alleen een prachtige reis, maar ook een leerrijke ervaring…
Hier gaan we nog lang van nagenieten!